Mijn erwtensoep is de beste van het land! Al vanaf het moment dat ik van het consultatiebureau een groentehapje mocht, ben ik gevoed met het groene goud. Elke zaterdag stond het te dampen op de keukentafel.
De erwtensoep werd volgens een heilig recept bereid door mijn vader. Om vroeg te kunnen starten, kocht hij alvast op vrijdag de benodigde ingrediënten: prei, knolselderij, ui, wortel, bladselderij, aardappel, speklap, doorregen gerookt spek, hamlap, rookworst, een varkensoor of een staart, spliterwten en hele erwten, die een nacht moesten weken.
Het was een arbeidsintensief proces. Bij zonsopgang zeulde hij de reusachtige pan naar de schuur en plantte hem op het petroleumstelletje, een erfstuk dat na veel generaties eindelijk een dankbare ontvanger had getroffen.
Mijn moeder vond het ding te gevaarlijk om binnen te gebruiken. De draaiknoppen van de pitten werkten allang niet meer traploos, maar schoksgewijs. Daardoor was het instellen van de vlam een hele klus. Vaak floepte de lont terug in de gleuf en stond mijn vader erboven te briesen.