Sinds de verbouwing heeft het museum professionele beveiligingsmensen in dienst. Terwijl ik een paar foto’s maak van een tot vogel omgetoverde kalebas, komt zo’n reus nadrukkelijk naast mij staan.
F: ‘Mevrouw, ik moet u erop wijzen dat u hier niet mag fotograferen.’
G: ‘Oh, sorry, ik dacht dat het zonder flits wel mocht.’
F: ‘Nee. Het mag niet. Niet met flits en niet zonder flits.’
G: ‘Dan zal ik hem meteen opbergen.’
F: ‘Dat hoeft nu ook weer niet. Als u het maar met mate doet.’
G: ‘Nee, dat zit me dan toch niet lekker. Geen foto’s is geen foto’s.’
Na wat geklungel met de rits stop ik de camera snel in de tas, tot grote tevredenheid van de beveiligingsbeambte.
F: ‘Dát noem ik nou respect! Ik zal u vertellen, ik werk hier nog maar net. In het begin dacht ik: waar ben ik in godsnaam in terecht gekomen? Vrouwen met gaten in de oren en van die lange lellen met kurken erin.