Oude man op fiets. Zebrapad. Rotonde. Stoplicht. Vuilniswagen. Ga ik meteen door naar de hortus of ga ik eerst een boodschap doen? De zon staat nog net iets te laag, maar er zijn mooie wolken. Straks, als de zon goed staat, zijn de wolken er misschien niet meer. Bij de kassa ben ik meteen aan de beurt, maar de draaideur doet er lang over.
Buiten ruikt het fris. Het licht is vluchtig.
Lente, ik snel naar je toe!