Kleine lettertjes

juni 2016/Pure Emoties

Straks zal ik ze zien: de White Cliffs of Dover. Al sinds het Krijt staan ze in een zee van kristal onder dromerige luchten te wachten op mijn boot van de aanbieding. Drie dagen Londen. Ik heb mijn eigen kussen mee, wat kan er nog fout gaan?
Bij aankomst in Calais verwacht ik een hoop nattigheid, maar dat is er niet. Zon. Ja. Luchten. Ja. Water. Nee. White Cliffs. Nee. Wel een netwerk van rails. In de verte doemt een zwart vierkant op, dat groter en groter wordt. Ik heb hiervan gehoord. Er ging van alles mis tijdens de aanleg.
Nadat de buschauffeur zijn spiegels heeft bijgesteld, begint een gevecht op de vierkante millimeter. Foeterend forceert hij de bus door het zwarte gat en zet de motor uit.
Nu even goed luisteren naar de krakende mededeling over rampen en wat je moet doen wanneer bijvoorbeeld een vrachtwagen in de fik gaat door een slechte accu. Als ik het goed heb verstaan, springt dan het compartiment van de calamiteit automatisch op slot en alles ervoor of erachter ook. Je kunt nog maar één kant op.
Een korte siddering. De oversteek begint. Mijn buurvrouw, een verpleegster met een nauwe buis van Eustachius, biedt mij een Mentos aan om de oren open te houden.
‘Goed kauwen,’ zegt ze.

Ik bevind mij in een overdwarse, kilometerslange lift, onder godweethoeveel meters waterdruk, tussen een veelvoud van zes plankjes. Dertig minuten duurt het. Op een gemiddeld mensenleven is dat relatief kort.
In case of emergency the following alarm will sound.
Ik kauw me te pletter.
Nog achtentwintig minuten.
‘Chauffeur,’ zegt de passagier met het malle shirt, ‘we zouden toch met de boot gaan, en dan die rotsen en zo?’
‘Had gekund,’ zegt de chauffeur, ‘maar in de reisvoorwaarden staat dat we de op dat moment logistiek meest gunstige optie nemen. Vandaag doen we het zo. Op de terugweg misschien de ferry.’
‘Oh, dan had ik zeker mijn bril niet op.’
Er breekt een bulderend gelach uit.
Wij krijgen toestemming de bus te verlaten. Even de benen strekken, net doen of dit allemaal heel gewoon is.
Skrietch…  Skrietch… De bus is aan de ketting gelegd en zwaait angstwekkend ver naar links en rechts. Ik schuif zo dicht mogelijk langs de wand van het compartiment. Een voertuig in een voertuig. Het is krap. De hulpdiensten maken geen schijn van kans!
Nog twintig minuten.
Verderop is iets meer ruimte. Ik pak mijn camera en stort me op het zwarte landschap achter een raampje, een afgesleten hendel en smerige deuren. Het tl-licht geeft alles een groenzweem. Het ruikt hier naar fietsreparatieservice.
Ik zoek mijn stoel weer op. Kon ik ook maar een dutje doen of volledig opgaan in een boek.
Nog acht minuten.

Londen is adem, is ruimte, is vrijheid.
Als wij voor de terugreis onze koffers weer in de bus proppen, heb ik mij verzoend met het onverwachte.
De chauffeur worstelt met het zwarte gat.
Mijn buurvrouw geeft mij haar laatste Mentos.

© 2025 Gabriëlle Berning / All Rights Reserved.