Als ik de kinderen heb opgehaald van school krijgen wij vaak gezelschap van een kordaat klein meisje, dat plots vanachter de kastanjeboom tevoorschijn schiet en vraagt:
‘Wilt u me helpen met oversteken? Ik mag wel alleen oversteken van mijn papa en mama, maar ik durf niet.’
Er is veel dat haar bezighoudt. Vandaag vertelt zij in geuren en kleuren over haar tijd in Vietnam, vanaf haar geboorte tot haar eerste jaar. Toen ging ze met een vliegtuig op de wolken naar Nederland. Haar oma’s en opa’s wonen daar nog, maar eentje is al bijna dood. Ze gaan er heus nog weleens heen. Op een vrijdag, als er ADV is.
Ik loop daar met mijn twee kaaskoppen en dit pluisje van een kind. Een glittervlinder is neergestreken op haar lange, zwarte vlecht. Terwijl wij lomp de hondendrollen vertrappen, lijkt zij er moeiteloos overheen te zweven.

Voor de drukke straat maken wij een ketting. Hand in hand gaan we het zebrapad over en bereiken veilig de overkant.
Ik zeg dat ze het vast fijn vindt hier, omdat ze zo vaak lacht.
Ze knikt en zwaait dag dag. Bijna opgelost in de ijle lucht zingt ze nog:
‘Het is hier heel fijn. Als ik acht ben krijg ik water op mijn hoofd en een koekje in de kerk.’
Dan fladdert ze haar straatje in.

© 2023 Gabriëlle Berning / All Rights Reserved.