Wat wil de koe

juni 2016/Toffe Dieren

Zei de ene koe tegen de andere:
‘Wat doen we, Bertha? Gaan we sprieten kauwen onder de wolken, onze dikke konten de lucht in gooien, springen en dollen tot de modder alle kanten opspat, een beetje tegen elkaar aan net iets te warm worden, zomerbuitjes snuiven, lekker een flats lozen bij de sloot, terwijl langsfietsende kuddes kinderen blij naar ons wijzen en een windje onze dampende neusgaten laat flodderen… Wat doen we?’
Het kraakte in de stal. Mannen in witte jassen werden rondgeleid door de beheerder, die enthousiast vertelde over dit viersterrenhotel en over de nadelen van bomen. Met scherpe potloden legden zij de levensvreugde van bontgevlekten vast in harde cijfers en feiten.

Waar uitwerpselen vakkundig worden afgevoerd naar hun herbestemming is weinig ruimte voor overpeinzing.
‘Kweenie,’ zuchtte Bertha, ’binnen hebben we koecomfort, droge vloeren van rubber plus een temperatuurtje tussen de vijf en vijftien graden, zoals wij dat kennelijk lekker vinden. Er is hier een koeborstel en veel efficiëntie; bovendien blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat we bij vrije keuze in 92 procent van de gevallen liever in de stal zijn dan in de weide.’
Door de stangen heen keken zij elkaar aan.

Een week later waren zij te gast in een praatprogramma.

© 2023 Gabriëlle Berning / All Rights Reserved.